Samengebracht – Verliefd zijn is als warmte vinden op een koude winteravond, als zwieren en zwaaien op schaatsen, het is lopen over water.
Vermenigvuldigd – Onherroepelijk volgt de lente. Gesmolten ijs, lopen over water is voorbij. Nu moet je zwemmen. Het hoofd boven water houden, soms kopje onder gaan. Een seizoen van hoop en nieuw leven.
Gegroeid – Wanneer de zomer aanbreekt kan de zon je branden. Raak je vermoeid en verveeld en loom. Is elkaar omarmen soms te warm. Heb je met elkaar leren zwemmen zijn er verkoelende momenten waarop verhitte en afgematte levens bij elkaar rust en kracht kunnen vinden.
Geworteld – En dan volgt de herfst, waar verlies en lijden een plek hebben. Het seizoen waar je elkaar kaal en naakt ziet; elkaar ziet voor wat het is. Het is krachtig als dat genoeg mag zijn; je kale zelf.
Gesnoeid – Het is een liefdescirkel; het is niet alleen een beeld van een levensloop, maar van een doorlopende cyclus. Je kunt weer verliefd worden, elkaar verliezen, tijd nodig hebben voor jezelf, samen kopje ondergaan, reddingszwemmen en elkaar hervinden.
Samengebonden – Het esthetische gaat over in het ethische; het is niet (alleen) mooi om samen te zijn; het is goed om samen te zijn. Je mag bij elkaar horen. Van samengebracht naar samengebonden. Een driedubbel touw zal niet snel breken, samengebonden door Hem en in Hem maakt liefde standvastig en sterk.