Steun ons | Klik hier
‘Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe’, zo luidt het aloude versje.
Ik moest hieraan denken toen ik een gedachte kreeg over een veelgehoord godsbeeld. De idee van ‘wie zoet is’ behoort bij een onvolledig, vervormd en heidens godsbeeld. Een god van het uiterlijke gedrag – als ik me goed gedraag hoor ik erbij.
Het ‘goede doen’ is echter niet iets ‘typisch christelijks’, het past bij het mens-zijn, bij de maatschappij. Het humanistisch credo ‘er is geen god, maak er met elkaar maar het beste van’ wordt door velen gevolgd, maar is maatschappelijk (sociaal wenselijk) ingegeven. Om deze ‘zorg voor elkaar’ is het God niet te doen, althans, het is Hem om meer te doen.¹
Jezus is niet gekomen om te oordelen
‘Het goede doen’ is slechts de buitenkant, gedrag, net als: Bijbel lezen, naar de kerk gaan, voor iemand zorgen. En hier valt meteen op: als het hier God niet om te doen is, kunnen we het nog niet als niet goed beschouwen. Al deze activiteiten zijn op zichzelf beoordeeld prima. Het gaat met andere woorden dan ook niet om goed of fout, om een waarde oordeel. Misschien is dit waarom Jezus zei: ‘ik ben niet gekomen om te oordelen’ (Joh.12:47). Nee, als je onder de wet van ‘het goede doen’ blijft, wordt je wel door Mozes veroordeelt (Gal.3:10).
God gaat het echter om het innerlijk, om beweegredenen – en niemand dan God kan deze ook beoordelen.
Het gaat niet om het wat maar om het waarom.
Het gaat om drijfveren en motivatie – je hart – of met Pascal: ‘de redenen van het hart’. En deze zijn anders dan de redenen van het verstand (met zijn talloze rationalisaties). Het gaat om ‘het hart waarin niet het geweten, maar de wil van Jezus heerst’ (Bonhoeffer).
Het verstand kan vertellen dat het is om het goede te doen, maar je ondertussen aansturen op het verwerven van aanzien. De farizeeër zegt: ‘bidden is goed en in mijn functie moet ik het voorbeeld geven. in mijn binnenkamer kan ik dat niet doen‘. Het verlangt echter naar ‘zie mij staan! Ik ben beter dan anderen!’ (Luk. 18: 9-14).
Het idee achter het Sinterklaasversje is geënt op een godsbeeld van een god als rechter. En alhoewel dit beeld Bijbels gezien verdedigbaar is, is Jezus dit beeld komen herstellen. God is geen Sinterklaas, God is een vader.
Het herstel
Wat geeft Jezus als samenvatting van het hele eerste testament? “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat” (Mat.22:36-40, een referentie naar het Sh’ma Yisrael, Deut 6:4-9). En dat is vervolgens precies wat Jezus in zijn spreken en leven laat zien: Hij zet de Vader weer op de eerste plek. ‘Zoekt eerst het koninkrijk’. En met zijn leven en lering laat Hij zien hoe.
Jezus kwam om de relatie met de vader te herstellen en opnieuw te laten zien dat het hierom gaat: God op de eerste plaats.
Het gaat niet om de wetten, de regels, de tempel.
Het gaat niet om je vijanden, vrienden, gezin, jezelf.
Het gaat niet om je verantwoordelijkheid, je creativiteit, je carrière, je geld of bezittingen.
Er zijn twee manieren waarop we echter de woorden van Jezus kunnen gebruiken om de concrete navolging ervan te ontlopen:
Ontlopen in religieus denken
Aan Bonhoeffer heb ik in dit kader het volgende voorbeeld ontleend: Een vader zegt tot zijn kind: Ga naar bed! en dan weet het kind zeer goed waar het aan toe is. Een pseudo-theologisch gedresseerd kind zou dan als volgt moeten argumeteren: vader zegt: Ga naar bed. hij bedoelt: je bent moe. Hij wil niet, dat ik moet ben. Ik kan mijn moeheid ook te boven komen , als ik ga spelen. Dus vader zegt weliswaar: Ga naar bed!, maar eigenlijk bedoelt hij: ga spelen. Met zo’n argumentatie zou het kind bij zijn vader en zou de burger bij de overheid op een zeker niet mis te verstane taal stuiten: op straf namelijk. Alleen ten opzichte van het bevel van Jezus zal dat anders zijn. Hier zal eenvoudig gehoorzamen verkeerd, ja, ongehoorzaamheid zijn. Hoe is dat mogelijk?
Hoe ontloop je hiermee Jezus woorden? Door ze zo toe te passen dat je ze niet concreet hoeft na te volgen, maar je voor jezelf wel het gevoel hebt gegeven dit te doen.
Ontlopen in religieuze activiteiten
Een soortgelijk voorbeeld komt van Francis Chan, met een iets andere nadruk: Er is een kinderspel wat ‘volg de leider’ heet. Een kind doet iets voor, een ander kind doet het na. Het ene kind klapt met zijn armen als vleugels, het andere kind doet het ook. In de kerk hebben we echter iets vreemds gedaan. De regels om Jezus te volgen, zijn anders dan die van ‘volg de leider’. Bij het volgen van Jezus hoeven we niet echt te doen wat Jezus deed, we doen het ‘in ons hart’. Maar stel je nu toch eens voor dat kinderen dat ik hun spel zouden doen: het ene kind klapt met zijn armen als vleugels, het andere kind ligt op een loungebank en zegt ‘ik klap met mijn vleugels in m’n hart’. Iedereen voelt aan dat dat niet klopt. Waarom werkt dat zo in de kerk, en nergens anders? Kijk: wanneer mijn dochter naar me toe komt en ik zeg tegen haar ‘Ga je kamer opruimen’. Dan weet ze wat ik bedoel. Dan komt ze echt niet een paar uur later terug om te zeggen dat ze onthouden heeft wat ik tegen haar zei ‘Ga je kamer opruimen’. Wat zou ik dan moeten zeggen: ‘Oh, goed gedaan, dat is precies wat ik wilde!’, nee. En ze komt ook niet om te vertellen dat ze ‘Ga je kamer opruimen’ in het Grieks kan zeggen. Dat gaat niet werken. Of dat ze zegt: Mijn vrienden en ik gaan van nu elke week bij elkaar komen en dan gaan we een studie houden over hoe het er uit zou kunnen zien als ik mijn kamer zou opruimen. Nee, dat werkt echt allemaal niet. Ze weet dat ook. ze moet gewoon die kamer opruimen. Waarom denken we dan dat deze manier van denken wel werkt in de kerk?
Hoe ontloop je hiermee Jezus woorden? Niet alleen door er zoals bij het ‘religieus denken’ een andere draai aan te geven, maar ook door er zoveel activiteiten omheen te ontwikkelen dat je weliswaar druk bezig bent met ‘het woord’, maar aan de daadwerkelijke concrete uitvoering niet toekomt.
Terug bij gedrag
Het is dus niet zo dat gedrag er niet bijhoort, maar dat de vlucht in activiteiten en het afkeren van de eenvoudige en concrete navolging een afleiding kan zijn om je eigen zin te kunnen (blijven) doen of in ieder geval niet dat te doen wat in de lijn van Jezus’ woorden ligt. Nogmaals, het gaat hier niet om goed of fout. Het gaat om de persoonlijke roep van Jezus: ‘Volg Mij’.
Het is Hem te doen om je hart. Om de Vader (weer) op de eerste plaats te zetten, de rest volgt vanzelf. De oproep die Jezus doet is makkelijk naast je neer te leggen (je hebt keuze vrijheid) door drukte in werk en gezin, of doordat jij iets anders wilt dan je partner. Of omdat je kinderen er geen zin in hebben. Maar de oproep doet Jezus niet aan een leefeenheid, volk, koppel: de oproep doet Hij aan jou persoonlijk. De oproep van Jezus tot navolging maakt de discipel tot enkeling. Of hij wil of niet, hij moet een beslissing nemen, hij moet alléén een beslissing nemen (Bonhoeffer).
Geen beslissing voor sociaal wenselijk gedrag of vanuit bepaalde gewetensdwang, maar voor een simpele (geen simplistische) gehoorzame geloofshouding – door te geloven als een kind.
Voetnoten:
1) je kunt het niet omdraaien: als het God er niet om te doen is, wil het niet zeggen dat je het dus niet moet doen. Zoals gezegd: het is Hem om meer te doen. De zorg voor elkaar is een basis voor ieder mens. ‘Als je voor de minste zorgt heb je voor mij gezorgd’ zegt Jezus ergens.
Mooi; zoek eerst het koninkrijk van God EN al het ander zal u gegeven worden bovendien! Ik hou ervan om die zin af te maken. Daarin zit de belofte en voorzienigheid van God 😉